Tja, dit is een deel van het eventuele verhaal.
Veel tradities in het huidige Sinterklaasfeest gaan terug tot Nicolaas van Myra, de Lycische bisschop uit de door Grieken bewoonde antieke stad Myra (thans gelegen in Turkije), hoewel er ook elementen van feesten en vereringen van voor de tijd van het christendom in herkenbaar zijn.
Oorspronkelijk werd Sint Nicolaas alleen in het oosten van Europa geëerd. In de 13e eeuw werd besloten dat zijn naamdag ook in het westen een van de belangrijkste feestdagen was; in die tijd werd het Sinterklaasfeest in Utrecht al gevierd door de schoen van vier arme kinderen te vullen met geldstukken, in andere steden werd ook iets voor de armen gedaan.
Na de Nederlandse Opstand probeerden calvinistische predikanten het Sinterklaasfeest af te schaffen, omdat het te veel heidense en vooral paapse (katholieke) elementen zou bevatten. Het Sinterklaasfeest was in grotere steden inderdaad een woelig volksfeest met kermis dat vaak tot opstootjes en openbare dronkenschap leidde. Het was echter zo populair dat dit streven weinig succes heeft gehad, zelfs niet bij het strengst protestantse volksdeel.
Modern kinderfeest
De oorsprong van het moderne Sinterklaasfeest voor kinderen ligt in de 19e eeuw. De Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman (1806 - 1863) schreef het prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht (Amsterdam, 1850 en latere herdrukken 1880, 1885 en 1907) met de tekst van het liedje Zie ginds komt de stoomboot. De moderne tijd deed zijn intree met de stoomboot. De afkomst Spanje werd ingevoerd, net als de roe en zak van Zwarte Piet als pedagogische straf. Sint reed voor het eerst op een schimmel over de daken en cadeaus gingen voor het eerst door de schoorsteen.
Ook Jan Pieter Heije (1809-1876) beïnvloedde het Sinterklaasfeest. Het lied Zie de maan schijnt door de boomen werd voor het eerst gepubliceerd in 1843 in de bundel Kinderliederen.
Sedert begin jaren 90 van de vorige eeuw heeft het paard in Nederland een naam: Amerigo. In de jaren '50 en ‘60 van de vorige eeuw had het paard ook al een naam: “Majestueuzo”. In België heet het paard Slecht Weer Vandaag.
Schoen zetten
In Nederland zet men vanaf de 15e eeuw de schoen. In eerste instantie gebeurde dat in de kerk en was de opbrengst voor de armen. Uit archiefstukken blijkt dat vanaf 1427 in de Sint Nicolaaskerk in Utrecht schoenen werden gezet op 5 december, pakjesavond. Rijke Utrechters legden wat in de schoenen en de opbrengst werd verdeeld onder de armen op 6 december, de officiële sterfdag van de Heilige Nicolaas.
Uit de 16e eeuw bestaan beschrijvingen van het schoen zetten door kinderen in de huiskamer. Kunstschilder Jan Steen heeft in de 17e eeuw de Sinterklaasochtend op twee schilderijen vastgelegd. Daarop is ook goed te zien wat de kinderen in hun schoen kregen. Vaak was dat snoepgoed zoals speculaas, kruidnoten, pepernoten, borstplaat, chocoladeletters, taaipoppen, marsepein en speelgoed. Dit zijn eeuwenoude lekkernijen die in traditionele vormen worden gemaakt. Als drank werd chocolademelk en warme bisschopswijn. Opvallend is dat vooral jongens een roe of zakje zout in de schoen vonden.
Tegenwoordig is het Sinterklaasfeest een familiefeest en zetten kinderen hun schoen klaar vanaf het moment dat de Sint in het land is aangekomen.
Traditioneel wordt de schoen bij de haard gezet, want Zwarte Piet komt vanaf het dak door de schoorsteen naar binnen.
In woningen zonder schoorsteen wordt de schoen veelal voor de verwarming in de woonkamer, bij de voordeur of bij de achterdeur gezet.
De volgende dag vinden de kinderen dan wat lekkers in hun schoen. Het wordt op prijs gesteld als de kinderen ook wat terugdoen, en dus leggen ze vaak een tekening, een wortel, hooi of suikerklontjes bij de schoen.
Het Sint-Nicolaasfeest, Jan Steen, 1663-1665
Waar het meisje een pop en snoepgoed krijgt, vindt de jongen een roe in zijn schoen
Pakjesavond
Een pakjesavond was voor de Tweede Wereldoorlog geen algemeen verschijnsel. De crisisjaren speelden daarin een grote rol. De toenemende welvaart na de oorlog bood echter meer ruimte voor een geefcultuur, een geschenkenfeest in het kader van het oer-Hollandse Sinterklaasfeest. Het schoentje zetten op pakjesavond was in veel gezinnen vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk. Dit ceremonieel was omgeven door een sfeer van geheimzinnigheid.
Sinterklaas transformeerde echter gaandeweg van onzichtbare magische brenger van wonderbaarlijke gaven tot een opa-achtige kindervriend, die de kinderen met zijn zwarte pieten thuis met een zak vol cadeautjes bezocht.
Ouders gaven hun kinderen in eerste instantie veel zelfgemaakte cadeaus en later gekochte cadeautjes. Ook grote bedrijven zoals de Hoogovens, Shell en anderen, maar ook volksbonden zorgden ervoor dat de kinderen van hun werknemers of leden met Sinterklaas iets kregen.
Pakjesavond is er al lang niet meer alleen voor kinderen. Volwassenen geven elkaar, meestal anoniem, geschenken, al dan niet voorzien van een Sinterklaasgedicht of verpakt als ‘surprise’. Vaak wordt door middel van lootjes trekken anoniem bepaald voor wie men een cadeautje moet kopen.
Pakjesavond is vooral een Nederlands fenomeen. In België kent men zoiets niet. Daar wordt gebruikelijk de ochtend van de zesde december uitgekozen als pakjesochtend. Hierbij worden dan ook geen liedjes gezongen.
Sinterklaasliedjes
Zie ook de Categorie met Sinterklaasliedjes op Wikisource.
Het zingen voor Sinterklaas is een van de belangrijkste gewoonten die met dit folkloristische feest verbonden zijn. De liederen, hoewel terug te vinden op geluidsdragers en in boeken, worden in de eerste plaats oraal doorgegeven van ouder op kind.
Sinterklaasliederen gaan dan ook al generaties mee en zijn weinig aan mode onderhevig - hoogstens kan men zeggen dat liederen, of coupletten, waarin in de eerste plaats gewaarschuwd wordt voor bijvoorbeeld de straf die Zwarte Piet kan uitdelen, na de Tweede Wereldoorlog langzaam in onbruik geraakt zijn.
Het zingen van Sinterklaasliedjes kwam in de zeventiende eeuw al voor, maar zoals het geval is met de meeste nu bekende volksliedjes is het huidige repertoire aan Sinterklaasliedjes in de negentiende eeuw vastgelegd en gepopulariseerd door de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman. Van zijn hand is ook een van de bekendste Sinterklaasliedjes: Zie ginds komt de stoomboot. De melodie hiervan is wel gebaseerd op een ouder Duits lied. Andere liedjes, zoals Zie de maan schijnt door de bomen hebben een originele melodie.
Germaanse tradities
Grýla en de Jólasveinar, stoute kinderen worden meegenomen in de zak
Het rijden over de daken gaat waarschijnlijk terug op de Noordse oppergod Odin, die deze kunst ook beheerste (zie ook Wilde Jacht en Schimmelrijder). Nicolaas’ uiterlijk zou ook overeen komen met het uiterlijk van Odin. Odin reed op een schimmel, de achtbenige Sleipnir, waarmee hij door de lucht vloog (zie Mythen, sagen en legenden van de Lage Landen voor nog meer details).
Meer Sinterklaastradities lijken af te stammen van Germaanse tradities. Tijdens het Germaanse zonnewendefeest vroegen jonge meisjes aan Wodan een afbeelding van hun nog onbekende toekomstige geliefde[bron?]; tegenwoordig zijn dat de speculaaspoppen (‘vrijers’). Het gooien van cadeaus in schoorstenen zou afstammen van Germaanse offerplaatsen (vuurplaatsen).
De cadeautjes voor het paard van Sinterklaas, die voor de kachel worden gezet zodat ze door de schoorsteen meegenomen kunnen worden, verwijzen naar de offers die aan de god werden geschonken. (Vreugde)vuren werden vervangen door een vuur open haard en tegenwoordig worden de schoentjes zelfs voor de radiator van de centrale verwarming gezet. Slechte kinderen worden door Zwarte Piet of Sinterklaas in de zak gestopt en meegenomen naar Spanje.
De gebruiken hebben overeenkomsten met kersttradities in verschillende landen, zoals de oger Grýla die met de Jólasveinar rond midwinter naar de mensenwereld komt en beloningen en straffen (zoals het meenemen van stoute kinderen, zij worden opgegeten door de Kerstmiskat) uitdelen. De schoenen voor de schoorsteen zetten komt in meerdere landen voor, tijdens het kerstfeest worden sokken voor de schoorsteen gehangen. In Griekenland worden juist de schoenen verbrand (zie ook Kallikantzaros).
Kleding
De kleding van Sinterklaas is duidelijk afgeleid van die van een bisschop, inclusief de pontificalia, maar bevat enkele opvallende afwijkingen daarvan, en Sinterklaas is daardoor duidelijk te onderscheiden van een echte bisschop. Opgemerkt dient te worden dat de kleding van Sinterklaas vaak om praktische redenen eenvoudiger is uitgevoerd dan hier beschreven.
Wat bij Sinterklaas doorgaans een tabberd of tabbaard wordt genoemd, is in de katholieke liturgie de soutane of toog/toga: een lang priesterkleed dat bij bisschoppen paars is. De eigenlijke soutane heeft 33 knoopjes,(“33” verwijst naar het aantal levensjaren van Christus) maar bij Sinterklaas is deze vaak eenvoudiger uitgevoerd. Wanneer de Sint gaat paardrijden, draagt hij vaak een tot broekrok vermaakte tabberd. Over de tabberd draagt de Sint een albe. De albe is met kant afgezet en eindigt tussen knieën en enkels. Op de albe draagt de Sint over zijn schouders een rode stola. Om deze op zijn plaats te houden, draagt Sinterklaas vaak een cingel (koord met kwastjes aan het einde) om zijn middel. Een van de grootste en opvallendste paramenten is de rode koormantel. Deze mantel draagt Sinterklaas over alle andere kledingstukken heen. Het is een wijde rode lap die vanaf de schouders tot bijna op de grond hangt en aan de voorkant met een ketting en twee haakjes wordt vastgemaakt. De mantel heeft meestal ook nog een kap met mooie gouden franjes eraan. De mantels van Sinterklaas zijn allemaal met goud en band versierd. De binnenkant is goudgeel of wit.
Sinterklaas op zijn paard
Op zijn hoofd draagt Sinterklaas een rode mijter. Deze wijkt zowel qua vorm als kleur enigszins af van de mijters die bisschoppen thans dragen: rode mijters worden in de Katholieke Kerk niet gedragen. Meestal zijn ze wit of een andere basiskleur met een bij de gelegenheid passende versiering. Ook de kromstaf is van oorsprong een waardigheidsteken van een bisschop dat afkomstig was van de Etrusken. De staf van Sinterklaas heeft wel een duidelijk andere vorm dan die van een bisschop: de krul is groter en steekt aan beide zijden van de staf uit. De krul is een symbolische slang, teken van wijsheid en oneindigheid, die uitloopt in een verticale lijn naar beneden, de afdaling van geest of wijsheid naar aardse sferen.
Verder draagt hij meestal zwarte schoenen, lange witte handschoenen, soms paarse. Om zijn ringvinger draagt hij een gouden bisschopsring met een robijn erin. Deze hoort traditioneel om de rechterringvinger, maar vaak draagt Sinterklaas hem links zodat hij met het handen geven niet zo in de weg zit.
Herkomst
De herkomst van de Sint is volgens de huidige traditie niet langer Klein-Azië, maar Spanje.
Nochtans is Sint-Nicolaas geboren in Patara te Lycië dat tegenwoordig in Turkije ligt, maar in het jaar 280 bij het toenmalige Byzantijnse Rijk hoorde. Later werd hij als Lyciër bisschop van Myra, de hoofdplaats van Lycië, en nam o.a. deel aan het Grieks(talig)e Concilie van Niceae. Hij stierf op 6 december 342. Na de inval van de moslims in het gebied, werden de stoffelijke resten van de heilige clandestien naar het nu Italiaanse Bari gebracht, in het toenmalige koninkrijk van de Beide Siciliën (in het deel van Napels), waar de latere Keizer Karel V koning zou worden. Filips II, zijn zoon, zou de Nederlanden erven, Spanje én de Beide Siciliën. Vandaar de verwarring dat de Sint uit Spanje zou komen.
Aldaar is Sint-Nicolaas algemeen de patroon van de zeevaart. Sinterklaas arriveert in België en Nederland per stoomboot, hetgeen in dat perspectief niet verwonderlijk is.
Zwarte Piet
Zwarte Piet
Zie Zwarte Piet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Sinterklaas werkt niet alleen, hij gaat tegenwoordig vergezeld van vele Zwarte Pieten. Dit zijn knechten die de zakken met cadeautjes en zoetigheid dragen en door de schoorstenen van huizen kunnen kruipen om de pakjes in de schoenen van de kinderen te stoppen.
Oorspronkelijk had Sinterklaas slechts één helper. Gaandeweg de twintigste eeuw bedacht men dat als één Zwarte Piet leuk is, een heleboel Zwarte Pieten nóg leuker zou zijn. Sindsdien wordt Sinterklaas vergezeld door vele Pieten, tegenwoordig vaak met ieder een eigen taak. Terwijl Sinterklaas altijd statig en gedistingeerd is, gedragen de Pieten zich als acrobaten en grappenmakers die vaak kwajongensstreken uithalen.
Dat dit gebruik in 1945 door Canadese soldaten bedacht zou zijn, is niet geheel juist. Al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vierden in 1939 Nederlandse gemobiliseerde soldaten het Sinterklaasfeest met twee Pieten. [1] Echter pas na de Tweede Wereldoorlog werd het voor Sinterklaas gebruikelijk om (zeer) veel Pieten mee naar Nederland te nemen.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Sinterklaas
Sinterklaas of Sint Nicolaas is een traditie die in de loop der jaren is aangevuld met allerlei accessoires 8)
Dus ik zeg niet dat het verhaal van meneer Janssen perse niet waar is, maar ik moet eerlijk zeggen dat afgezien van de roe en het straffen als je niet aardig bent geweest het hele jaar, mij het verhaal totaal niets zegt.
Duivel, opperboeman, tja ach.
En weet je, dan is zo’n artikel dan in 1993 geschreven, toen het ook al omgedoopt was tot een kindervriend was en geen boeman en dan denk ik, waar heb je het toch over.
Ik heb vroeger altijd over Myra (Demre) gehoord, ben er vorige maand trouwens geweest :mrgreen: maar dit verhaal ken ik niet en wil ik ook niet kennen. Ik kan mij in het bovenstaande verhaal veel meer vinden.