bron: http://vroedvrouwenradicaal-rebekka.blogspot.com/2012/03/kan-het-niet-anders.html
Kan het niet anders?
Posted: 13 Mar 2012 10:53 AM PDT
Ja zeker, het kan prima anders met die serotiniteit.
Échte samenwerking tussen de zwangere, de vroedvrouw en de gynaecoloog.
Tot nog niet zo lang geleden werkte ik samen met een paar allround gynaecologen in een streekziekenhuis. Zij kenden onze praktijk en wij kenden hen. (Heren van het Delfzicht, ik mis jullie nog elke dag!)
Dat ging bijvoorbeeld zo.
Een vrouw was zwanger van haar derde kind.
De geboorte van haar eerste was niet zo’n beste ervaring geweest; ‘vroege start’, overdracht, ruggenprik, bijstimulatie, kunstverlossing. Het was haar niet goed bekomen.
Toen kwam de tweede - en bij de geboorte daarvan kwam de zwangere er gelukkig achter dat ze meer talent voor bevallen had dan ze dacht. Inmiddels had ze wél in de gaten dat bevallen haar beter af ging naar mate ze meer met rust gelaten werd en haar eigen gang kon gaan.
En toen kwam nummer drie.
Ze werd 40 weken. Ze werd 41 weken. En toen werd ze 42 weken. Zij maakte het goed, haar kind bewoog prima - maar ja, 42 weken…
Die inleiding, die wilde ze liever niet. Ze wilde afwachten - en zo ongestoord mogelijk bevallen, zolang de conditie van haarzelf en haar kind dat toeliet.
Toen ging ze praten met de gynaecoloog van dat streekziekenhuis. En in overleg met ons (van de praktijk waar ik toen werkte) sprak ze met hen af: ze zou elke dag naar het ziekenhuis voor een CTG. Bij een goed CTG zou ze weer naar huis en afwachten. Bij enige twijfel over de conditie van het kind zou ze akkoord gaan met inleiden.
Zo gezegd, zo gedaan.
Het duurde even, maar - bij 42+5 beviel ze fraai en geheel zelfstandig, in haar eigen omgeving, van een gezonde zoon.
Een richtlijn is er om je beleid aan te toetsen. En dat moet in elk individueel geval opnieuw.
We hebben de richtlijn gebruikt - op een manier die deze vrouw het beste diende. De rest was ‘zorg op maat’ (hoezo, ‘de cliënt centraal’?).
Niet om haar angst aan te jagen en onder druk te zetten, niet om haar een ‘uniform beleid’ door de strot te duwen. Wél om de eventuele risico’s te benoemen en daar een plan voor te maken waar zij mee uit de voeten kon.
Het kost even tijd, het kost even praten - én je moet elkaar kunnen vertrouwen - wat geldt voor alle betrokkenen onderling.
Maar wát een winst heb je dan! - Een grote kans voor een individuele vrouw op een goede bevalervaring, een ervaring die ze de rest van haar leven meeneemt. Die kleur geeft aan heel veel dat erop volgt. Niet omdat ze ‘haar zin krijgt’, maar omdat ze de controle houdt.
Haar besef dat ze serieus genomen wordt in haar zorgvraag, die veel meer behelst dan alleen het ‘serotien’ zijn.
Maar vooral, in mijn ogen het aller-belangrijkst, haar vertrouwen dat zij zelf een sleutelrol speelt in het plan dat wordt gemaakt. Waarbij de richtlijn in de hand genomen wordt, maar een minstens zo belangrijke plaats wordt toegekend aan haar eigen ervaringen. En dan gaat het dus niet om dat afwachten op zich, maar om de mogelijkheid om dat te doen.
Dit is nog maar vijf jaar geleden.
Met gynaecologen die bereid zijn om in gesprek te gaan over deze manier van samenwerken kom ik héél graag in contact!
Serotiene Mieke
Posted: 13 Mar 2012 07:22 AM PDT
" ‘Wij vinden dat jij naar school toe moet,’ zegt Meneer T.
‘Ja hoor,’ knikt Mevrouw. ‘Dat vinden wij.’
‘Dat is ónze mening dus,’ zegt Meneer T.
'Zo Ãs ‘t,’ zegt Mevrouw, ‘dat is ons standpunt.’
‘O,’ zegt Mieke.
Meneer en Mevrouw T kijken haar aan. Maar Mieke zegt verder niks. Ze krabbelt op d’r hoofd, meer niet.
‘Trek je jas dan aan,’ zegt Meneer T.
‘Ik heb geen zin in school,’ zegt Mieke. ‘Ik ben nog nooit op een school geweest. Ik blijf liever thuis.’
‘Kom, kom,’ zegt Meneer T. ‘Alle kinderen gaan naar school.’
‘Ja, dat vind Ãk ook,’ zegt Mevrouw. 'Daar ben ik ‘t mee eens hoor.’
‘Ik niet,’ zegt Mieke.
Meneer T wordt wit en Mevrouw wordt rood.
‘Allemensen!’ schreeuwt Meneer T kwaad. ‘Trek onmiddellijk je jas aan.’
‘En zet je muts op,’ krijst Mevrouw. ‘Anders krijg je blauwe voeten.’
Mieke schrikt ervan. Ze pakt gauw haar jas van de kapstok en rent naar de buitendeur. Maar Meneer T grijpt haar stevig bij een arm.
‘Hoho,’ bromt hij. ‘Waar wou jij heen?’
‘Naar, naar huis,’ stottert Mieke.
‘Dat had je gedacht,’ zegt Meneer T streng.
‘Wedden dat je dát gedacht had?’ vraagt Mevrouw.
‘We brengen je mooi naar school,’ zegt Meneer T. ‘Hier, hou d’r even vast.’
Mevrouw grijpt Mieke in d’r nek, terwijl Meneer T z’n jas aantrekt. Mieke spartelt, maar dat helpt niks. Mevrouw trapt flink tegen d’r beentjes en dan staat ze stil.
Mevrouw kan zelfs d’r jas aantrekken zonder dat Mieke probeert weg te lopen.
Dan gaan ze. Mieke loopt een beetje mank. Maar daar zie je haast niks van. Meneer en Mevrouw T houden allebei een handje vast, zodat Miekes voetjes maar nét de grond raken. Het is een schattig gezicht, zo’n kleine hummel tussen die twee grote mensen. "
(Uit: Hoe Mieke Mom haar maffe moeder vindt, Guus Kuijer, 1979)
Toen ik een jaar of tien was las ik het boek over Mieke Mom voor het eerst. Ik was er geschokt over. Een griezelig, onrustbarend boek - er gebeuren extreme dingen in, gewelddadig, wreed. Toch (of misschien juist daaróm) was het een boek dat ik vaak wilde herlezen - en inmiddels is het voor mij een van de beste verwoordingen van ‘de wereld op zijn kop’. Een verwoording van de totale omkering van ‘afwijkend’ en ‘normaal’ in een wereld waarin ‘normaal’ alleen nog maar gaat over ‘wat iedereen doet’ en niet meer over - of het ‘goed’ is.
Dat is natuurlijk ook niet echt zo’n makkelijk onderwerp, wat ‘goed’ is -
Mieke Mom dus.
In een notendop worden een paar onderwerpen strak neergezet:
Wie heeft de macht?
Wat is ‘normaal’?
En wat kun je doen als je iets anders wilt?
Nou, in geval van bovenstaand citaat: even spartelen en dat was het dan wel. Mieke is een kind tenslotte, dus fysiek zijn Meneer en Mevrouw T haar wel de baas.
Vandaag de dag ‘mag’ een vrouw niet ‘langer doorlopen’ dan tot 42 weken.
‘Ze’ lieten je vroeger langer lopen, maar het is bewezen dat na de 41e week de kans op sterfte van de baby drie keer hoger is dan tussen 39 en 40 weken. En daaruit volgt de aanname, dat het levens redt als er minder baby’s lang blijven zitten. En dus ‘moet’ een vrouw tegenwoordig ingeleid, liefst met 41, maar dan toch uiterlijk met 42 weken en geen dag later.
Is dat ‘goed’?
Om daar ‘ja’ op te antwoorden en er nog in te geloven ook, moet je een flinke batterij vragen negeren.
Je moet negeren dat er grote verschillen zijn tussen vrouwen en hun omstandigheden.
Je moet negeren dat die ‘uitgerekende datum’ relatief is, hoe je hem ook berekent.
Je moet negeren dat risicoperceptie complex is.
Je moet negeren dat een zwangerschap en zeker een bevalling geen lineaire processen zijn, en dat lineaire oplossingen dus altijd individuen tekort doen.
Dat moet je om te beginnen negeren, maar je weet als lezer vast nog wel een vraag te bedenken.
Maak je ruimte voor die vragen en ga je op zoek naar een antwoord, dan is het nog maar de vraag of standaard inleiden bij 42 weken ‘goed’ is.
Wij zorgverleners houden niet meer zo van ‘moeilijk doen’. En dus hebben we iets nieuws bedacht. We doen het ‘allemaal samen’. Vrouw, verloskundige, gynaecoloog, sámen klaren we de klus.
Wat betekent dit in de praktijk?
Bijvoorbeeld dit - dat je als vrouw wordt ingeleid bij 42+0 en daarmee basta.
En dat 90% van de verloskundigen en gynaecologen net doet alsof het ‘niet anders kan’, want dat is nou eenmaal de ‘richtlijn’. Die batterij vragen waar we ons anders over moeten buigen en misschien wel geen goed antwoord op weten, huuh, nee hoor, dat station slaan we over. Veel sterkte, mevrouw! En straks lekker genieten van uw baby!
Ach, en die handvol vrouwtjes die denkt weg te rennen en haar eigen weg te gaan, nog even en dan trappen we die gewoon even stevig tegen de beentjes, dan staan ze wel stil…
Das toch niet radicaal? :think: Goede samenwerking tussen verloskundige en gyn schijnt steeds schaarser te worden. Door verloop, door vage overdrachten, door miscommunicatie en misschien zelfs ook wel door gebrek aan respect voor elkaar als ‘beroepsgroep’ zijnde.
Volgens mij zijn er ook nog steeds ziekenhuizen die met een controlerend beleid (dus die dagelijkse CTG etc) een vrouw best willen laten doorlopen tot de 43 weken mocht dat nodig blijken. Aan de andere kant zou het ook prettig zijn wanneer er als een vrouw dat aangeeft er ook eerder ingegrepen kan worden. Hoe vaak ik wel niet hoor dat vrouwen zich echt belabberd voelen, lichamelijk zijn de laatste loodjes zwaar dat weet iedereen maar waar is de grens dat het niet meer ‘zomaar’ de laatste loodjes zijn? Heel veel vrouwen zijn bang om te worden gezien als piepende miepen… :shifty: terwijl ik juist denk; alles wat voor je eigen gevoel afwijkt van de ‘gewone’ laatste loodjes moet je gewoon durven melden bij een VK of gyn. Maar veel vrouwen durven ook niet meer te vertrouwen op hun eigen gevoel of je dat nu ziet als intuitie of gewoon je lijf goed aanvoelen, het vertrouwen is er niet. En dan wordt wel van je verwacht dat je vol vertrouwen je eigen bevalling ingaat? :oops:
Amen op Rhi…
Bij Mies heb ik vanaf zo’n 28 weken al gezegd dat hij laat zou komen en dat dit prima zou zijn, toen ik 41 weken was, begonnen ze over inleiden en ik zei vol overtuiging dat hij echt wel komen zou, maar dat het nog wel even zou duren… uiteindelijk kwam hij met 41+4 en hij had het goed bij mij.
Bij Suus echter zei ik met 40+4 al dat ik ingeleid wilde worden omdat ik er geen goed gevoel bij had dat ze veel langer bleef zitten… met 41 weken maakten ze een echo op mijn verzoek en zagen ze verkalkte plekjes op de placenta en erg weinig vruchtwater. Ik mocht dus met 41+2 komen (na het weekend) voor inleiding. Gelukkig kwam ze spontaan alsnog… Bij haar had ik het echt niet prettig gevonden intuitief als ze had blijven zitten, terwijl ik Mies nog wel tot 43 had willen dragen…
Gevoel en vooral goed luisteren naar intuitie van vrouwen is heel belangrijk. Daarentegen snap ik de moeilijkheid ook, er zijn ook zat vrouwen die prima een baby nog tot 42 weken kunnen dragen, maar die met 38 weken al alle paden willen bewandelen om de kleine te laten komen omdat ze het zat zijn… tja… wat is zat… :think:
Cell het zat zijn en dat met verve verkondigen bij de VK zal ws ook geen inleiding opleveren. :lol: 8) Dan heb je nog teveel energie gni gni.
Nee serieus, intuitie is een groot goed hoor, maar wel met controle erbij. Zoals ze bij jou hebben ‘bewezen’ met de extra echo. :thumbup: Niet alles is te zien op een echo maar het geeft mss op sommige vlakken wel een beeld (weinig vruchtwater etc) of ingrijpen al snel nodig is.
Echt voorspellende gaven heeft geen enkele arts of VK (oeh I wish) maar zelfs met onze voorgeschiedenis durf ik nog altijd te zeggen; zoals er buiten de buik geen enkele baby precies volgens een bepaalde curve groeit, zo gaat het ook in de buik. :thumbup: De ene baby is sneller ‘afgebakken’ dan een andere en zelfs geen 2 babies van dezelfde moeder en vader groeien gelijk. 40 weken is een richtlijn geen gouden regel.
Voorbeeldje van mijzelf uit de praktijk; maandag bij de gyn; beeb zakt iets met de curve maar geen zorgen hoor. Vandaag bij de VK even over gehad dat ik ook echt geen zorgen heb omdat mijn eigen motto is; beebjes in de buik hebben dan een groeisprongetje in de lengte en zo weer 1 qua spekjes. Dat was de VK met me eens. Beide insteken (zowel gyn als VK) kan ik dus wel in vinden. Als de gyn bv 2 x een groeiecho doet en ziet dat er weinig tot geen groei in spekjes of lengte meer te zien is; ingrijpen. Wat dat betreft ben ik extra blij dat ik ‘het beste van beide werelden’ meekrijg. :thumbup: