Spelling uitleg D of T ?

Wie kan het me simpel uitleggen/

Hoe hanteren ze op school de regel om te weten of een werkwoord eindigd met een D of T?



Wendy kreeg zojuist telefoon. Aangezien papa en mama er niet zijn heeft ze mevrouw gevraagd of ze terug willen bellen als 1 van de ouders thuis is en dan wel na 19: 00 Uur. ( dan zijn ze thuis)



Ze schrijft een briefje als volgt;



J heeft gebeld beld terug om 7:00 uur ( hoewel dat laartste me al stoort, want het is de ochtend tijd , heb ik daar niks van gezegd)



Ik bedoel beld terug is toch fout en moet belt zijn ?



Kreeg ik de vraag terug gebeld is dan wel goed? Waarop ik het antwoord niet weet en haar niet kan uitleggen hoe dat hoort.



Haar uitleg van beld met D is… ik maak het langer dan is het belden en dus een d… maar dat is onjuist.

Het is een werk woord en dan heb je toch het rijtje

Ik bel hij belt wij bellen ?



Hoe zat het ook al weer ? En hoe zit het met gebelD ?



Gr Bianca

Ze haalt voltooid deelwoord en tegenwoordige tijd enkelvoud door elkaar.



Terugbellen

Stam is: terugbel (en eraf)



Ik bel terug

Jij(hij,zij) belT terug

Zij bellen terug



Als je het hebt over jij/hij/zij komt er een t achter.

Aangezien hij nog terug gaat bellen (in de toekomst, niet het verleden) komt er dus een t: hij belt terug.



Als het in het verleden is, komt de regel van het voltooid deelwoord van pas. 't Kofschip of Fokschaap, wat ze maar hanteren op school.

De L (terugbeL) zit daar niet in, dus gebruik je de D.



Ik belde terug

Jij (hij,zij) belde terug

Zij hebben teruggebeld.

Wat Blue-fairy zegt eigenlijk (scheelt een heel stuk tikken)



Als ik twijfel (kofschip en fokschaap gebruik ik zelden) met de d of t pak ik vaak de verleden tijd



Is het nou geverfd of geverft?

Ik verfDe de muur dus een D op het eind.



Is het nou gespeeld of gespeelt

Ik speelDe dus een D op het eind



is het nou gefietst of gefietsd?

Ik fietsTe dus en T aan het eind.

maar het lijkt me niet echt handig als jij dat gaat uitleggen terwijl je het zelf ook niet precies weet :shifty: Dat is voor een kind alleen maar meer verwarrend.



Hoe oud is Wendy nu? Wij kregen werkwoord-spelling in groep 8. (maar ik merkte op de middelbare school dat dat vrij uitzonderlijk was, zelfs in havo-5 waren er nog heel veel leerlingen die niks wisten van de regels…)

Als ik het niet wist, vulde ik altijd een vorm van “lopen” in. Dan kom je er ook.

Dus: belt terug = loopt terug

En wat betreft gebeld, dan de verleden tijd er van maken.

Dus belde in dit geval.



Succes met uitleggen :slight_smile:

Dank dank, zoals mamy en heleentje het doen zo ben ik hebt zelf gewend.

Wnedy is 10 jaar zit in groep 6.

kofscip kende ze niet.



Uitleg kan op zich geen kwaad. Ik was het even kwijt hoe het werkte. Nu denk ik ow ja.



Wendy zal er niet minder op doen op school.



Thnx allemaal. Ik zal mrogen even het zeggen En eens even zien hoever ze er op school mee zijn. Ze zijn er al wel mee bezig… dat weet ik wel.

Graag gedaan hoor! :-*

Lopen is een sterk werkwoord, terwijl bellen een zwak werkwoord is:

http://www.onzetaal.nl/taaladvies/advies/sterk-zwak-onregelmatig-werkwoord

Dan werkt het werkwoord vervangen door ‘lopen’ niet, want de verleden tijd van lopen is liep. Voltooid deelwoord gelopen: daar zit dan helemaal geen d of t in!



In die zin is langer maken ook een ‘trucje’ en geen uitleg van de regels. Als je het langer maakt om te horen wat goed is, ga je uit van de taalgevoeligheid van een kind en pas je dat trucje toe voor dat ene woord ipv dat ze snapt hoe het zit en zo deze kennis/vaardigheid ook op toekomstige woorden met hetzelfde vraagstuk toe kan passen.

@blue_fairy wrote:

Lopen is een sterk werkwoord, terwijl bellen een zwak werkwoord is:

http://www.onzetaal.nl/taaladvies/advies/sterk-zwak-onregelmatig-werkwoord

Dan werkt het werkwoord vervangen door ‘lopen’ niet, want de verleden tijd van lopen is liep. Voltooid deelwoord gelopen: daar zit dan helemaal geen d of t in!



In die zin is langer maken ook een ‘trucje’ en geen uitleg van de regels. Als je het langer maakt om te horen wat goed is, ga je uit van de taalgevoeligheid van een kind en pas je dat trucje toe voor dat ene woord ipv dat ze snapt hoe het zit en zo deze kennis/vaardigheid ook op toekomstige woorden met hetzelfde vraagstuk toe kan passen.




het trucje met vervangen met lopen geldt volgens mij ook juist om er achter te komen of bij werkwoorden met de stam eindigend op een d, er een t achter de stam moet of enkel de stam. Dus ‘Zij voedt het kind’ want in zelfde zinsconstructie zeg je ook ‘zij loopt (naar) het kind’. En ‘Daarna voed je het kind’ want ‘daarna loop je (naar) het kind’.

Voor dat geval is het een ezelsbruggetje. Maar idd het zijn truukjes. Maar ik denk dat het sowieso niet haalbaar is te denken dat je werkwoordspelling even op een avondje aan de hand van een fout op een briefje even uitgelegd krijgt. Daar is best wat grammaticaal inzicht van het kind bij nodig. Wat dat betreft kun je inderdaad eigenlijk alleen maar eventueel truucjes uitleggen. (waarbij het weer de vraag is of je ze niet iets leert wat ze vervolgens weer moeten afleren)